1997

In de nacht van 18 mei 1994 werd het 27 meter lange houten zeiljacht de JASON overvaren door een Turks vrachtschip zo’n 4,5 mijl uit de kust van Patmos in Zuid-Griekenland.

Aan boord bevonden zich o.a. het Nederlandse meisje Emmy Nijssen met haar verloofde en de Griekse jongen Atanasios Valvanis. Zowel Emmy als Atanasios lagen benedendeks te slapen en verdwenen samen met het schip mee naar een diepte van 135 meter. Vanaf die tijd werden zij vermist en niemand wist waar het wrak exact lag en of de verhalen omtrent de toedracht van het ongeval juist waren.

De ouders van beide slachtoffers zochten 3 jaar lang naar hulp tot uiteindelijk in januari 1997 de opdracht geplaatst werd om de beide slachtoffers op te sporen en te bergen.

In mei 1997 werd er daarom afgereisd naar Patmos door het eerste team met een forse lading apparatuur waaronder : Side scan sonar (merk Klein 595), Magnetometer, ROV (Remoted Operated Vehicle), Duikmaterialen, Dropcamera’s etc.

Bij aankomst en mobilisatie in Griekenland werd het tweede team ingevlogen, samen met medewerkers van de productiemaatschappij Cameo Media, de makers van Hart van Nederland (SBS-6) om de operatie te kunnen filmen t.b.v. uitzending op TV. Meteen werd begonnen met het speuren naar het wrak m.g.v. de Side scan sonar en na een periode van bijna
4 dagen werd het wrak gevonden, keurig recht op de kiel staande met de masten nog overeind zoals te zien is op het sonarplaatje op deze pagina.

Na de nodige video-opnamen van het wrak te hebben gemaakt en verschillende voorbereidingen voor een vervolg te hebben getroffen vertrokken alle teamleden weer naar Nederland.

 

1998

In augustus 1998 werd er opnieuw afgereisd door teamleden met de nodige vergunningen, materialen en de opdracht tot berging van de slachtoffers Emmy Nijssen en Atanasios Valvanis.

In eerste instantie werd een beroep gedaan op duikers uit Engeland of Amerika die gespecialiseerd waren in het duiken met gesloten Rebreathing Systems, inzetbaar tot op een diepte van 350 meter met een maximale duiktijd van 8 uur. Zij zouden op 135 meter diepte het wrak binnengaan om de stoffelijke resten te bergen.

Om diverse redenen kon dit niet doorgaan zodat er gekozen werd voor de optie het gehele wrak te lichten m.g.v. een bok met een grijper. Helaas kwam de bok vast te liggen in het buitenland en kon niet tijdig arriveren. Er moest naar een alternatief worden gezocht en na uitvoerig overleg met de grotere bergingsbedrijven binnen Nederland werd besloten het wrak te verslepen over de bijzonder vlakke zeebodem naar een ondiepe baai op Patmos zodat de stoffelijke resten binnen het bereik kwamen voor de standaard duikapparatuur.

Nu is het verslepen van een wrak over de zeebodem bijzonder ongebruikelijk en normaal gesproken onmogelijk, echter in dit speciale geval bleek het een optie te zijn. Vooraf werd eerst het sleeptraject met Sonar onderzocht op obstakels die moesten worden vermeden of verwijdert.

Er werden nog meer video-opnamen gemaakt van de Jason en er werd een groot sleepschip gehuurd voor de periode van 24 uur. Om 8:00 uur in de ochtend einde september 1998 werd een net gespannen om het wrak met een lengte van 1 Km en een breedte van meer dan 200 meter. De staalkabels waren aan weerszijden totaal 60 mm dik en zouden een breeksterkte hebben van zo’n 480 ton.

Het trekken en gedeeltelijk lichten begon. Het gewicht onder water van het scheepswrak de Jason was berekend door diverse bergers op 10 ton max. dus dit zou geen probleem moeten zijn. Na uren trekken en lichten bleek er echter geen enkele beweging in het wrak te komen. De kleefkracht in de bodem en het zand in het wrak bleek zo zwaar te zijn dat de stalen kabels spontaan braken. Keer op keer werd het stalen net en de kabels gerepareerd om opnieuw af te breken.

Tot overmaat van ramp kwam in de avond en nacht een onverwachte storm opzetten die dagen bleek aan te houden zodat de berging moest worden gestaakt. De Griekse autoriteiten staakten hun medewerking zodat een nieuwe poging onmogelijk werd. Alles bleek tevergeefs te zijn geweest en het doel om de stoffelijke resten te bergen om aan de familie terug te bezorgen werd helaas niet gehaald.

Echter de vermissingszaak was opgelost. Het wrak was gelokaliseerd tot op zo’n 3 meter nauwkeurig en het verhaal over de aanvaring bleek exact te kloppen. De familie van beide slachtoffers kon beginnen met hun rouwproces en hebben veel steun gehad aan alle gedane moeite en aan de beelden van het zeemansgraf waar hun dierbaren in moeten rusten.

 

 

 

Met speciale dank aan Captain Manolis Grillis from Patmos, Smit Internationale, Wijsmuller, Scaldis, Steam Machines Inc., Stuart Clough, Interpol, Rijkswaterstaat, Ministerie van Defensie, NeSA, NISA, Osiris, Sympa Rent, Sub Ocean Services, Electra, Conrad, KPN, Gemeente Hoorn, Bart Valstar, Rob Lambij, Ellen Stuifbergen, Han Schiet, Peter de Vries, Jan & Joke ’t Hart, Annie Jansen, Ruud Noordegraaf, Jan Groeneveld, Renata v.d. Harst, Dominique Poliezou, Rechercheur Peerdeman en alle anderen die hebben geholpen in het project “EMMY NIJSSEN”.