Avianet – Door Willem Geneste

De Fokker C-11W met registratie W-1 werd op 2 maart 1942 op het MLD-steunpunt Lengkong tot zinken gebracht. Onder operationele leiding van de Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaartmuseum, zal binnenkort een onderzoek worden gestart naar de mogelijke berging van twee historische Fokker watervliegtuigen. Het gaat om de Fokker T-4A en de Fokker C-11W, die tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in het Verre Oosten, in gebruik zijn geweest bij de Marineluchtvaartdienst (MLD). Na de Slag in de Javazee heeft het marinepersoneel acht Fokker T-4A en vijf Fokker C-11W drijvervliegtuigen af laten zinken bij het MLD-steunpunt Lengkong in de kali (rivier) Brantas bij Modjokerto in Oost-Java (Indonesië). Dit werd gedaan om te voorkomen dat deze vliegtuigen in handen van de vijand zouden vallen. Dit steunpunt was een uitwijkbasis voor watervliegtuigen van het Marinevliegkamp Morokrembangan bij Soerabaja. Het is van groot belang, zowel voor de historie van onze nationale vliegtuigbouwer als voor de historie van de Nederlandse luchtvaart, dat deze vliegtuigen bovenwater komen. Wereldwijd is er van geen van beide typen nog een exemplaar te vinden.

 

 

 

Onderzoek

De Fokker T-IVa had twee luchtgekoelde Wright Cyclone motoren van 768 pk. Acht van deze toestellen werden door eigen personeel tot zinken gebracht bij Lengkong. Initiatiefnemer, luitenant ter zee der eerste klasse Jos Rozenburg, heeft in 1998 in samenwerking met de Indonesische marine, in het gebied een vooronderzoek verricht. Aan de hand van getuigenverklaringen van omwonenden, werd hem duidelijk dat de vliegtuigen nooit zijn geborgen. De Brantas was op 2 maart 1942, toen de vliegtuigen tot zinken werden gebracht, meer dan vijftien meter diep. In de afgelopen 58 jaar is de rivier sterk verzand en zijn de vliegtuigen aan het oog onttrokken. Dat de vliegtuigen naar verwachting nog in een goede staat verkeren komt omdat het MLD-personeel alleen de drijvers van de vliegtuigen lek hebben gestoken, de propellers krom zijn geslagen en de vliegtuigen in zoet water liggen. Deze verwachting wordt extra gesteund door verklaringen van de lokale bevolking die vertelde dat bij de bouw van een dam in 1973 en de bouw van een brug in 1981, twee T-4A’s zijn geborgen die in uitstekende staat verkeerden, maar helaas zijn verschroot. Naar verwachting vertrekt Jos Rozenburg op 21 mei, samen met drie specialisten van het onderzoeksbedrijf naar Indonesië, voor een bodemonderzoek en om de staat van de vliegtuigen vast te stellen. Al naar gelang de bevindingen van dit onderzoek zal worden besloten of er verder wordt gegaan. Is dit het geval dan zal kort na dit onderzoek een tweede team uit Nederland vertrekken dat bestaat uit: twee technische tevens restauratie specialisten van de MLD en twee deskundigen van de bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht, die over een grote ervaring op dit gebied beschikken vanwege de honderden vliegtuigwrakken die zij uit WOII in Nederland hebben geborgen. Beide onderzoeksteams zullen nauw samenwerken met de Indonesische krijgsmacht.

 

Unieke vliegtuigen

Het grootste deel van de luchtvloot van de MLD van voorr de oorlog in het Verre Oosten, bestond uit watervliegtuigen. Naast zesendertig veel grotere driemotorige Dornier D0-24K watervliegtuigen had de MLD in 1936, twaalf Fokker T-4A’s aangekocht met de registratienummers T-13 tot en met T-24. Het was een verkenningstoestel met een bemanning van vier personen. De Fokker C-11W was een dubbeldekker en werd als katapultvliegtuig vanaf de kruisers gebruikt. Na de vlucht landde het vliegtuig naast het schip en werd het met een kraan weer aan boord genomen. De MLD had vanaf 1935 vijftien van deze vliegtuigen met registratie W-1 tot en met W-15 in gebruik. Omdat geen van de vliegtuigen bij het uitbreken van WOII in het Verre Oosten, vanwege hun actieradius, op tijd veiliger oorden konden bereiken, is het restant bij bombardementen verloren gegaan of tot zinken gebracht. Als de berging doorgaat is een bedrag van f 250.000 nodig om de kisten in Nederland te krijgen, maar daar krijgt Nederland dan ook twee unieke vliegtuigen voor terug die in een van de militaire musea tentoongesteld zullen worden. Om het project te realiseren is nog veel geld nodig. Wilt u een bijdrage leveren, dan kan dit op de bankrekening van de Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaartmuseum, 1276.33.618 onder vermelding van Kali Brantas.